Ubiquinol (Q10) beschermend bij hartfalen in topsport

Jaarlijks sterven in de Verenigde Staten zo’n 200.000 mensen aan een plotse hartdood tijdens of vlak na het sporten. In Nederland schat men het aantal op 150 tot 200 personen, in België tussen de 150 en de 300. Spelen tekorten aan bepaalde voedingsstoffen een rol?

Wanneer een sporter tijdens of na sportbeoefening plotse hartdood krijgt, wordt daar gewoonlijk ongelovig op gereageerd. Zoiets kan een gezonde, goedgetrainde sporter toch niet overkomen. Maar de getallen laten zien dat het steeds vaker voor komt. Welke voedingstoftekorten worden het vaakst gezien?
Hoog verbruik van co-enzym Q 10Co-enzym Q10 is aanwezig in iedere lichaamscel. Er zijn twee vormen van co-enzym Q10: het inactieve (geoxideerde) ubiquinon en het actieve (gereduceerde) ubiquinol. Ubiquinol heeft antioxidant-activiteit en wordt na verbruik in ubiquinon omgezet, dat vervolgens weer gerecycled wordt in ubiquinol.
Test nu gelijk of u een Q10 – Ubiquinol tekort heeft.

Hoe meer oxidatieve stress in het lichaam (zoals bij topsport), des te lager is de ratio tussen hoeveelheid ubiquinon en ubiquinol. Zonder co-enzym Q10 is energievorming in de cel niet mogelijk en sterft de cel. Het lichaam wordt zowel door eigen productie als door inname via de voeding voorzien van co-enzym Q10. Voedingsbronnen zijn: vlees (vooral orgaanvlees), gevogelte, vis, noten, donkergroene groenten zoals broccoli en spinazie.

Onder bepaalde omstandigheden (topsport, herstel na ziekte, overgewicht, stresssituaties, medicijngebruik waaronder statines [ 5-8], onvolwaardige voeding) kan de lichaamseigen synthese van co-enzym Q10 onvoldoende zijn om de bestaande behoefte te dekken.

Vandaar dat co-enzym Q10 als een (semi-)essentiële voedingsstof wordt beschouwd, in het bijzonder bij topsporters. Vooral organen en systemen met een hoge energiebehoefte zoals hart, alvleesklier, nieren, immuunsysteem, zenuwstelsel en spieren verbruiken veel co-enzym Q10 [1-4].
Cardiovasculaire sterfte lager door ubiquinolOnderzoek toont aan dat de kans op cardiovasculaire sterfte significant daalt door het gebruik van co-enzym Q10 (200 mg ubiquinon/dag), in combinatie met selenium (200 mcg/ dag). Veel mensen hebben een lage inname van selenium. Selenium, als onderdeel van het selenoproteïne thioredoxinereductase (TrxR1),  zorgt voor recycling van geoxideerd co-enzym Q10 (ubiquinon) naar de antioxidantvorm ubiquinol. Seleniumbronnen zijn: vlees, vis, eieren, paranoten, broccoli, kool, knoflook, paddenstoelen.

Co-enzym Q10- en seleniumsuppletie leidde tot een significant lagere spiegel van NT-proBNP en een significant betere hartfunctie, vastgesteld met echocardiografie. Toename van de NT-proBNP spiegel wordt in verband gebracht met een grotere kans op een hartinfarct, beroerte, hartfalen en plotse hartdood [9-12].

Co-enzym Q10 heeft vermoedelijk een synergetisch effect in combinatie met L-carnitine. Het aminozuur L-carnitine speelt een essentiële rol bij de omzetting van vetzuren in metabole energie. Zware inspanning (topsport) heeft een verhoogde afbraak van L-carnitine tot gevolg. Bij topsport verhoogt carnitine de energieproductie in de spiercellen en verbetert het de zuurstofopname.

Het remt de vorming en bevordert de verwijdering van melkzuur en heeft een anti-vermoeidheidseffect in geval van zuurstofgebrek in de weefsels o.a. als gevolg van langdurige spierarbeid. Met name (rood) vlees, zuivel (kleine hoeveelheid), noten, zaden, granen, groenten en peulvruchten zijn bronnen van carnitine [13-14].
Prestatieverhoging door co-enzym Q10Intensieve fysieke inspanning kan dus verlaagde co-enzym Q10- spiegels geven in bloedplasma en spierweefsel door een hoger co-enzym Q10- verbruik, met name bij jonge sporters. Er zijn aanwijzingen dat ubiquinol rode bloedcellen beschermt tegen afbraak door oxidatieve stress als gevolg van behoorlijke inspanning.

Co-enzym Q10 remt de lactaat (eindproduct van anaerobe glycolyse en biomarker voor verminderde weefseloxygenatie) door inspanning en daarnaast verlaagt het de spiegels van malondialdehyde (een biomarker van oxidatieve stress) en ontstekingsmediatoren (interleukine-6 [IL-6], tumornecrosisfactor- alfa [TNF-α], C-reactief proteïne [CRP]) in serum. Ook steeg de totale antioxidantcapaciteit in plasma significant.

Onderzoek toont aan dat topsporters vermoedelijk 200-300 mg ubiquinol per dag nodig hebben, om het co-enzym Q10-gehalte in bloedplasma en spierweefsel voldoende te verhogen [15-16].
Hypomagnesiëmie (magnesiumtekort)Veel topsporters kampen na inspanning met hypomagnesiëmie. Voor sporters geldt dat een magnesiuminname lager dan 260 en 220 mg per dag voor respectievelijk mannen en vrouwen al leidt tot een tekort [17].

Bij fysieke inspanning wordt niet alleen magnesium verbruikt, er treedt ook een verhoogd verlies op via zweet en urine, waardoor de behoefte stijgt met 10-20%. Deze beide factoren kunnen in combinatie met een geringe inname een negatief effect hebben op het energiemetabolisme, de elektrolytenbalans, het immuunsysteem en de zuurstofopname en daarmee op de spierfunctie en prestaties.

Magnesiumsuppletie kan de sportprestaties van sporters met een (dreigend) magnesiumtekort verbeteren en immunosuppressie, oxidatieve schade en hartritmestoornissen helpen voorkomen.
Test nu gelijk of u een Magnesium tekort heeft.

Cardiale prikkelbaarheid, neuromusculaire transmissie, bloeddruk, vaatvernauwing en –verwijding zijn allen gerelateerd aan de magnesiumstatus. Bij directe intraveneuze toediening van magnesium bij een vermoedelijk hartinfarct wordt de kans op overleving vergroot.
Commentaar NDNVerschillende wetenschappers zijn van mening [18-19] dat de verhouding tussen calcium en magnesium in voeding circa 2:1 dient te zijn. Bij een gebruikelijke aanbeveling van 1000-1200 mg calcium per dag voor volwassenen komt dit neer op een magnesiumbehoefte van 500-600 mg per dag.

Bij het verhogen van de calciuminname dient de inname van magnesium ook te worden aangepast. In de praktijk kan het voorkomen dat de magnesiumbehoefte bij extreme sportinspanningen hoger ligt.

Het magnesium- en calciummetabolisme zijn nauw bij elkaar betrokken. Magnesium is een calciumantagonist: verscheidene enzymen die geactiveerd worden door magnesium, worden juist geremd door calcium. Als calciumantagonist reguleert magnesium het vrijgeven van de neurotransmitter, spiercontractie en -ontspanning.

Magnesium speelt een cruciale rol bij de hartspierfunctie, neuromusculaire functies, spierspanning, bloeddruk en andere belangrijke lichaamsfuncties. Een belangrijke cofactor voor magnesium is vitamine B6. Vitamine B6 helpt om magnesium de lichaamscellen in te transporteren.
Hieronder volgen in het kort de belangrijkste voedingsmaatregelen:– Gebruik veel basische voeding die rijk is aan mineralen zoals magnesium (groenten, fruit). Een verlaagde magnesiumstatus kan leiden tot allerlei gezondheidsklachten en verstoringen van de elektrolytenbalans. Goede bronnen van magnesium zijn volkorengranen, (groene) bladgroenten, noten, zaden, peulvruchten, pure chocola en spirulina. Overmatig kaasgebruik kan de calcium-magnesium verhouding verstoren.
– Vermijd koffie en alcohol.
– Maak zeer royaal gebruik van verse groenten, een deel in de vorm van bijvoorbeeld NutriBullet auwkostdrank (hoeveelheid afhankelijk van wat uw darmen aan kunnen, dus langzaam
opbouwen).
– Maak groenten klaar door ze te stomen. Door het koken van groenten in water en het vocht afgieten gaan o.a. veel mineralen zoals magnesium en kalium verloren.
– Seleniumbronnen zijn: vlees, vis, eieren, paranoten, broccoli, kool, knoflook, paddenstoelen.
– Met name (rood) vlees, zuivel (kleine hoeveelheid), noten, zaden, granen, groenten en peulvruchten zijn bronnen van carnitine.
– Voedingsbronnen van co-enzym Q 10 zijn: vlees (vooral orgaanvlees), gevogelte, vis, noten, donkergroene groenten zoals broccoli en spinazie.
– Dierlijke bronnen van vitamine B6 zoals vlees, vis, gevogelte en eieren bevatten met name het goed opneembare pyridoxaal-5-fosfaat en pyridoxamine-5-fosfaat. Plantaardige bronnen (noten, granen, peulvruchten) bevatten het minder goed opneembare pyridoxine-glucoside, pyridoxine en pyridoxine-5-fosfaat. Daarnaast is een lage vitamine B6-status, los van de homocysteïnespiegel, een onafhankelijke risicofactor voor hart- en vaatziekten.

Bron(nen) : Natuurdietisten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *