Vrouwen die elke dag een appel eten hebben minder kans om te overlijden dan degenen die helemaal geen appels eten. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit van Western Australia in Perth, Australië. Daarnaast bestaat er een relatie tussen de totale fruitconsumptie en de consumptie van bananen specifiek met een lager risico op hart- en vaatziekten. Deze resultaten zijn gepubliceerd in het British Journal of Nutrition.

Van een groep van 1456 vrouwen van 70 tot 85 jaar werd gedurende een periode van vijftien jaar gevraagd om op regelmatige basis een vragenlijst in te vullen over hoeveel fruit zij consumeerden. Daaruit bleek dat de vrouwen die elke dag een appel aten een 35 % lagere kans hadden om te overlijden dan degenen die helemaal geen appels aten. Hoewel de focus in het onderzoek op appels lag, werd ook een relatie tussen andere fruitsoorten en een betere gezondheid gevonden. Specifiek bananen, maar ook een hogere totale fruitconsumptie zorgen voor een lager risico op hart- en vaatziekten. Deze resultaten moedigen het eten van appels, maar ook van ander fruit aan.

De onderzoekers vonden appels een interessant onderwerp, omdat appels samen met bananen en sinaasappels behoren tot de meest gegeten fruitsoorten. Appels staan daarnaast bekend om eigenschappen die de gezondheid bevorderen zoals rijk aan vezels, flavonoïden, vitamine C, kalium en magnesium. De flavonoïden zitten in de schil en de vezels in het vruchtvlees. Niet alleen de samenstelling van fruit is een factor van invloed op de onderzoeksresultaten. Mensen die regelmatig fruit eten leiden waarschijnlijk ook een gezonder leven dan mensen die geen fruit eten. Met dit soort factoren is tijdens het onderzoek zoveel mogelijk rekening gehouden.