Een tekort aan vitamine D komt veel voor bij kinderen met een nierziekte. De tekorten zijn het ernstigst bij kinderen die geen supplementen krijgen. Verder hangt de hoeveelheid vitamine D in het bloed vooral samen met factoren die gerelateerd zijn aan of het gevolg zijn van de nierziekte, zoals eiwit in de urine en het functioneren van de bijschildklieren. Variaties in de genen die coderen voor eiwitten en enzymen die met de vitamine-D-stofwisseling te maken hebben, hebben maar beperkt invloed op de vitamine-D-status, blijkt uit een pan-Europees onderzoek.
Het onderzoek is door Duitse en Turkse wetenschappers uitgevoerd onder 500 deelnemers aan de Cardiovascular Comorbidity in Children with Chronic Kidney Disease Study. Deze kinderen zijn tussen de 6 en 18 jaar en komen uit twaalf verschillende Europese landen (inclusief Turkije). Zij hebben matig tot ernstig nierfunctieverlies. De onderzoekers waren geïnteresseerd in het verband tussen genetische verschillen, omgevingsfactoren, suppletie en nierfunctie op de vitamine-D-status in deze kinderen.
Bij alle kinderen hebben de onderzoekers de concentraties van verschillende vormen van vitamine D in het bloed bepaald. Ook hebben ze gekeken naar kleine varaties in de genen die coderen voor eiwitten en enzymen die betrokken zijn bij het binden en omzetten in een andere vorm van vitamine D in het lichaam. Als omgevingsfactoren hebben ze het seizoen en de lokale zonnekracht in aanmerking genomen.
Uit dit onderzoek blijkt dat tweederde van de kinderen met een nierziekte een ernstig tekort heeft aan vitamine D, om precies te zijn 25-hydroxy-vitamine D, ook wel de inactieve vorm genoemd. De concentraties van deze vorm variëren per seizoen en blijken bij de patiënten die extra vitamine D slikken gemiddeld twee keer zo hoog als bij degenen die niet bijslikken. Verder zagen de onderzoekers dat de spiegel van deze vitamine gemiddeld lager was bij meisjes, bij patiënten met een aandoening aan de nierfilters, en bij eiwitverlies met de urine.
Verder zagen de onderzoekers dat deze inactieve vorm van vitamine D niet afhankelijk lijkt van de nierfunctie, maar dat andere vormen afnemen als de nierfunctie daalt. Turkse kinderen hebben vaker een ernstig vitamine D tekort, los van de suppletie en de nieraandoeningen in deze groep. Dat zou bijvoorbeeld te maken kunnen hebben met blootstelling aan de zon, en dan vooral met een wat donkerder huidskleur die ervoor zorgt dat je meer zon nodig hebt om hetzelfde effect te bereiken.
Tot slot zagen de onderzoekers wel een verband tussen variaties in het gen dat codeert voor het binden van vitamine D en de hoeveelheid vitamine D in het bloed, maar was het totale verband tussen genetische variaties en vitamine-D-status niet groot.
Bron(nen) : NierNieuws