Groenten bevatten meer voedingsstoffen dan je denkt
Veel groenten eten is gezond. Maar niet alleen vanwege de vitamine C. Groenten bevatten nog een tal van andere soorten vitamines en mineralen, bioactieve stoffen en vezels.
Bovendien wordt vaak gedacht dat calcium (kalk) in onze voeding bijna uitsluitend te verkrijgen is uit zuivel. Bepaalde soorten groenten bevatten daarentegen juist veel calcium: rucola, sterkers, boerenkool en spinazie bijvoorbeeld. 100 gram van deze groenten leveren je minstens zoveel calcium als een glas melk. Calcium uit groenten wordt goed opgenomen door je lichaam.
IJzerrijke bladgroenten
IJzer is van vitaal belang. Je hebt dit mineraal nodig voor het hemoglobine (Hb) in je bloed. Dat zorgt voor zuurstoftransport door je lichaam. Verder levert ijzer een belangrijke bijdrage aan je stofwisseling.
Bepaalde mensen moeten extra letten op hun ijzerinname. Om te beginnen zijn dat kleine kinderen. Zij groeien immers hard en hebben daarom in verhouding veel ijzer nodig. Verder is het raadzaam voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd (die nog menstrueren en dan ijzer verliezen). En vegetariërs hebben er ook baat bij, omdat vlees normaliter een goede bron van ijzer is, en groenten dit gemis kunnen opvangen. Groentensoorten die veel ijzer bevatten, zijn spinazie, snijbiet, veldsla, rucola, postelein, sterkers, radijsjes en doperwtjes.
Groente voor je bloeddruk
Bloeddruk wordt vaak gelinkt met zoutinname. Een teveel daaraan zou leiden tot een hoge bloeddruk. De balans tussen natrium (zout) en kalium is echter een betere graadmeter. Hoe meer die balans doorslaat naar kalium, hoe gunstiger het effect is op je bloeddruk. Kalium zit vooral in groenten. Alle soorten groenten bevatten kalium, maar postelein, spinazie, cantharellen, koolrabi, pastinaak, rucola en spruitjes in het bijzonder.
Het B-vitamine foliumzuur
Het B-vitamine foliumzuur, ook wel B11 genoemd zit volop in groenten. Het meeste foliumzuur zit in snijbiet, tuinbonen, spinazie, postelein, raapstelen, sterkers, bloemkool en pastinaak.
Vitamine C-toppers
Groenten bevatten net als fruit volop vitamine C. In 100 gram van de volgende groenten zit meer vitamine C dan in een sinaasappel: spruitjes, paprika (rood, oranje, geel) en boerenkool.
Bioactieve stoffen
Flavonoïden zijn bioactieve stoffen die vooral zitten in groente en fruit. Ze zorgen vaak voor de kleur van de groenten. Deze stoffen hebben mogelijk een gunstig effect op je gezondheid. De meeste flavonoïden vind je in uien, broccoli en verse kruiden.
Vezels
Groenten bevatten veel vocht en voedingsvezels. Vezels zorgen voor verzadiging en zijn belangrijk voor een goede werking van je darmen. Groenten met de meeste vezels per 100 gram zijn tuinbonen, doperwten, knolselderij, pastinaak, spruitjes, groene kool en snijbonen.
Nauwelijks calorieën
Groenten zijn van nature arm aan calorieën. De volgende soorten bevatten minder dan 15 kilocalorieën per 100 gram: sla, zuurkool, koolraap, postelein, paksoi, bleekselderij en pompoen. De (waterrijke) komkommer staat met stip bovenaan.
Bron(nen) : AGF